Lieve jij,
Ken jij het gevoel van nederigheid? Er is een plek op aarde waar ik dit ten diepste ervaar. Zo ook afgelopen week. Het begint al onderweg. Ik kan boeken verslinden zolang mijn lief naar het Zuiden rijdt, maar geef mij één berg in het vizier en ik ben sprakeloos aan het raam gekluisterd. Uren kan ik naar buiten turen en mij verwonderen over de grootsheid van deze natuur.
Voorjaarsvakantie in Oostenrijk – ik zal je
eerlijk bekennen dat ik enorm uit de toon val. Ik heb het namelijk niet. Ik hoor
er niet bij. Hoe vaak ik het al geprobeerd heb, met vrienden, met z’n tweeën, met ons gezinnetje,
telkens weer, tot grote teleurstelling van ons allemaal - ik krijg het niet te
pakken: het ski-virus. Elke keer ging ik alsnog de berg op met dat knagende
gevoel van onbehagen. Een irritant innerlijk stemmetje dat mij maar bleef
vertellen dat het toch écht leuk moest zijn.
Dit jaar heb ik mijzelf bevrijd, werkelijk
bevrijd, gewoon door mijzelf ‘onbesmetbaar’ te verklaren. Het moest er maar
eens van komen. De eerste dag na een stevig ontbijt vertrekt de rest in
opperbeste stemming naar de pistes en ik trek mijn wandelschoenen aan.
Uitgebreid bestudeer ik de kaart en daar ga ik. Mijn hart zingt en ik voel die
intense liefde en nederigheid die ik herken sinds mijn eerste kennismaking met de
bergen. De frisse lucht en de verrassende wendingen aan het eind van het pad. Stromende
beekjes onder in de zon glinsterende ijskappen, lieflijke kapelletjes, witte
paradijselijke paden slingerend om de berg, ik geniet! Glibberige hellingen,
ijspaden, ze doen mij niets, eindelijk kan ik ze zien als avontuurlijke
uitdagingen. En net als ik mijn geluk niet op kan, gebeurt het… ik maak contact
met het wandelvolk. Het wandelvolk is van een andere dimensie. Ze begroeten je
met een grote glimlach, kijken je echt aan en spreken allemaal dezelfde
woorden: Grüβ Gott.
Als ik die avond
enthousiast over mijn dag vertel, hoor ik het verhaal van mijn schoonvader, die,
al wandelend in de bergen, bij deze begroeting eens antwoordde met: ‘Nou zo
hoog komen we niet vandaag’.
En als ik stil sta bij deze uitspraak, voelt
het toch een beetje zo. Alsof wij even contact maken met de hemel in onszelf.
Wat een prachtige gewoonte om de God in de ander te begroeten. Het is alsof ik
‘Namasté’ opnieuw beleef. De eerste keer dat iemand mij uitlegde dat dit
betekent: ‘ik groet het goddelijke in jou’ vond ik dat zo mooi. Nu, op het dak
van de aarde voelt elke ontmoeting en de ongelofelijk mooie natuur alsof God naar
mij persoonlijk knipoogt. Ik groet dankbaar terug.
In liefde,
Yvette
260212